hellingbaan ob concluderen

Pagina top navigatie elementen

Hellingbaan groep 3

concluderen

Transcript

LEERKRACHT: Ga nu eens met elkaar in gesprek over waardoor het komt waarom die nou na drie keer steeds in baan 1 verder komt, terwijl je deze verder staat. Probeer maar eens samen te overleggen, dan ga ik even nog naar Seth en naar Lars. 
LEERLING 2: Ik heb geen idee. Misschien komt het ook wel doordat deze hier steiler helling, dus die gaat dan sneller (wijst baan 1 aan). 
LEERLING 1: Nee want kijk hier is hoger en kan die meer naar beneden. Hoe meer hij naar beneden gaat, gaat hij sneller. 
LEERLING 2: Ja dat bedoel ik. Dan gaat die zo (wijst baan na). Het gaat niet om snel, maar dan kijk dan heeft die meer kracht.   
LEERKRACHT: Kun je nu al wat zeggen? Kun je nu al zien welke knikker gaat nu sneller?
LEERLING: Op baan 1. 
LEERKRACHT: Op baan 1. En weet je nog wat jij zei Thara?
LEERLING: Dat die veel sneller gaat. 
LEERKRACHT: En waarom ging die sneller volgens jou?
LEERLING: Omdat die iets achteruit staat. 
LEERKRACHT: Omdat die iets meer achteruit staat dan die. 

Omschrijving

Na het uitvoeren van het experiment gaan leerlingen op zoek naar mogelijke oorzaken voor de gevonden resultaten. In dit fragment zien we de wisselende rol die de leerkracht inneemt bij de begeleiding van de verschillende groepjes leerlingen. Bij het eerste groepje geeft ze slechts een aanzet voor een gesprek, terwijl ze het tweede groepje meer ondersteunt bij het concluderen. 

Kijkwijzer

In het eerste fragment neemt de leerkracht een stapje terug en dat blijkt goed te werken. De jongens praten met elkaar over de mogelijke oorzaken voor de resultaten van het experiment. Hoewel ze niet altijd de juiste woorden hebben voor hetgeen ze bedoelen, blijkt dat ze toch over hetzelfde praten. De onderliggende natuurkundige begrippen komen zelfs al aan bod: ‘dan heeft die meer kracht’. Zie je hoe de leerkracht het tweede groepje begeleidt bij het formuleren van conclusies? Ze vraagt door (‘En waarom ging die sneller volgens jou?’) . Ze herhaalt en breidt de uitingen van de leerling uit (leerling: '..omdat die iets achteruit staat’, leerkracht: ‘omdat die iets meer achteruit staat dan die’).

Lesfasen